Ik leefde voluit als kind. Ik genoot van elke dag. Onze dieren, mijn familie, de natuur om me heen, het fijne dorp waar ik woonde. De bubbel waarin ik bleek te leven spatte zomaar uit elkaar.
Een ernstig kind, zwaarmoedig werd me later gezegd. Ik maakte me druk over dingen waar ik nog te klein voor was. "Te klein? Hoezo te klein?" Ik begreep er niks van. Mijn dagen als klein meisje bestonden uit madeliefjes plukken in de tuin, fietstochtjes met mijn moeder, door slootkanten struinen en in bomen klimmen. We hadden kippen, konijnen, een kat, een hond en vogels. Ik keek naar mieren die in rijtjes druk heen en weer aan het lopen waren in onze achtertuin. Ik zag fazanten en konijntjes in de polder lopen, soms een egeltje. We aten aardbeien en rode bessen uit de tuin. Ook bonen, tot vervelens toe rabarber en nog allerlei andere groenten. Een paradijs? Voor mij voelde het wel zo. Alles leek in harmonie te zijn.
Tot ik, terwijl we aan tafel zaten voor het avondeten, vragen begon te stellen. Ik moet een jaar of 3 zijn geweest, 4 kan ook, maar ouder zeker niet. "Waarom moet ik dat eten? Ik wil dat niet. Wat is dat?" Wat mijn ouders vlees noemden bleek een dier te zijn. Gedood, zomaar zonder reden. Dat werd nog jaren een onderwerp van discussie. Want ik weigerde pertinent een onschuldige ziel te eten. PATS! Welcome to the 'real' world. Dag mooie veilige bubbel. Ik kan me nog steeds (meer dan 40 jaar later) dat gevoel van onmacht voor me halen. En die onmacht ging ook niet meer weg naar mate ik ouder werd.
Op de lagere school kwam ik erachter dat wij mensen het niet zo nauw nemen met de manier waarop we met de Aarde omgaan. In de jaren 80 werd er gepraat over zure regen. En door een spreekbeurt van een klasgenootje kwam ik er achter dat er vreselijke proeven op dieren werden (en helaas nog steeds worden) gedaan. Ik was in shock. Met grote ogen keek ik haar aan en daarna met afgrijzen naar de aapjes op foto's die ze omhoog hield. De arme dieren zaten vol met draden en hadden een metalen band rond hun kopje en hun nek. En de foto's waarop ze honden die in kooien zaten opgesloten lieten roken door middel van kappen over hun snuit lieten me bijna overgeven. Vivisectie, ik kan het nog steeds niet zeggen zonder vies te kijken.Ik maakte me zo druk om al dat onrecht. Het was vreselijk frustrerend want ik wist niet hoe en wat ik moest doen om het te laten ophouden.
De extreme hongersnood in Afrika in 1985, wie kent de beelden niet? Wat was het fijn om te zien dat er zoveel bekende artiesten massaal ( meer dan 60 bands en individuele muzikanten) een oproep deden om te doneren. Life Aid gaf me weer een beetje hoop. En dat ik in mijn puberteit t shirts en buttons droeg met allerlei slogans van dierenorganisaties zal niemand verbazen. Het was mijn manier om een stem voor hen te zijn, de dieren die zichzelf niet konden verdedigen, niet in opstand konden komen. Prachtige pure onschuldige wezens.
Een wereldverbeteraar, misschien wil ik dat wel graag zijn. Omdat ik zoveel van deze planeet en haar bewoners hou. Ik heb een webshop gehad waarmee ik goede dierendoelen steunde, en in een blog heb ik het destijds ook al eens over dit onderwerp gehad. Als we met respect met alles en iedereen omgaan op deze planeet, wat zou dat met de energie doen? En dus met jou en mij?
"Denk je nou echt dat mensen gaan stoppen met vlees eten?" Deze vraag werd me vroeger veel gesteld en zelfs nu nog wel eens. Wat ik weet is dat mensen bewuster worden. En zien wat bedrijven en overheden doen met ons voedsel, dat er nog steeds gif in onze natuur gedumpt wordt en mensen onderdrukt worden. Hun huizen worden uitgedreven om de Aarde leeg te roven. Dankzij het internet is het contact tussen mensen wereldwijd groter geworden en dus de connectie sterker. Dat zie je en dat voel je. Alleen dan moet je wel uit je bubbel komen.
Vanuit mijn Ziel, Silvia.